Werken innovatief warmte- en koudenet in de Brusselse Noordwijk gaan van start
Verwarmen en koelen in de Noordwijk kan vanaf 2028 op een duurzame manier
Persbericht, 5 december 2025
Boringen tot 150 meter diep onder de grond en 790 meter aan buizen. Het Maximiliaanpark van de Stad Brussel is een cruciale schakel in de energietransitie. Zo zal het binnenkort niet enkel een omvangrijke groene ruimte zijn, maar ook een bron van verwarming en koeling voor enkele kantoorgebouwen en heel wat sociale woningen. Vanaf maandag zullen er boringen plaatsvinden die kaderen in het project Be.SHARE dat kan rekenen op een financiering van bijna 5 miljoen via het European Urban Inititiative-programma (EUI). De proefboringen en de thermische responstest zullen plaatsvinden tot 4 januari. Deze zullen toelaten te bepalen hoeveel sondes op precies welke plek in het park kunnen worden geplaatst.
Het verwarmen van huizen, kantoren en publieke gebouwen via fossiele brandstoffen is vandaag nog steeds één van de grootste bronnen van CO2-uitstoot in Brussel. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wil daarom de manier waarop de Brusselaar verwarmt radicaal omgooien. Er is, via een taskforce van Leefmilieu Brussel, Sibelga en Brugel, namelijk al bewezen dat lokale warmtenetten een aanzienlijk potentieel hebben als oplossing om het grondgebied koolstofvrij te verwarmen tegen 2050. Het project Be.SHARE van Leefmilieu Brussel namens het Brussels Hoofdstelijk Gewest, in samenwerking met de Stad Brussel, de intercommunales VIVAQUA en Sibelga, de onderneming Karno, de Vrije Universiteit Brussel (VUB) en de vzw Samenleven zet deze technische oplossingen om in een concreet project op het terrein, in de Noordwijk. Het warmtenet van Be.SHARE draagt bij aan het project voor een ‘Positive Energy District’ waarmee de Stad Brussel de hele wijk wil verduurzamen.
Het project Be.SHARE wordt het schoolvoorbeeld van een efficiënt warmte- en koudenet. Dit project voor een lagetemperatuurnetwerk bestaat namelijk uit lokale en koolstofvrije productie-eenheden, gaande van geothermie in het publieke domein (recuperatie van energie uit de ondergrond van de parken en straten) tot riothermie (recuperatie van energie uit ons afvalwater). De gebouwen die bij dit project betrokken zijn bevinden zich rondom het Maximiliaanpark. Daar bevindt zich een bonte verzameling van gebouwen met complementaire verwarmingsnoden die ook rechtstreeks warmte kunnen uitwisselen: sociale woningen, kantoorgebouwen en gebouwen met een gemengde bestemming. Zo zullen de kantoorgebouwen tijdens kantooruren via het warmtenet opgewarmd worden, om ’s avonds hun warmte vrij te geven aan de woonblokken waar de meeste bewoners ondertussen thuis zijn. Dit systeem kan ook omgedraaid worden waardoor tijdens warme zomerdagen het net voor koeling kan zorgen en zo een klimaatneutraal alternatief vormt voor een klassieke airco. Zo wil het gewest met Be.SHARE vermijden dat er 1569 tCO2e/jaar wordt uitgestoten.
Zo verwarmt Be.SHARE vanaf begin 2028 enkele kantoorgebouwen, gebouwen met een gemengde bestemming en de gebouwen van de Europese Commissie langs de Simon Bolivarlaan, maar ook ongeveer 200 sociale woningen en 130 co-livingspaces, zullen kunnen genieten van het warmte- en koudenet. Na deze voorbereidende werken die in december plaatsvinden, zullen de werken aan het warmtenet starten begin 2026. Zijn voorzien om twee jaar te duren.
Het project steunt op een innovatieve governance, waarbij publieke en private actoren en burgers betrokken zijn, en op een sterke sociale insteek. Daarom zullen er participatieve workshops worden georganiseerd om de bewoners te helpen begrijpen hoe het warmtenet werkt en welke veranderingen in hun energieverbruik dit met zich meebrengt. Deze gezamenlijke inspanning zal niet alleen het draagvlak voor het project onder de bewoners vergroten, maar hen ook helpen hun energierekening te verlagen.
Proefboringen onder het Maximiliaanpark van Stad Brussel
Om voldoende koolstofvrije warmte te verzamelen voor de verwarming en koeling van gebouwen zullen vele Europese steden in de toekomst beroep moeten doen op geothermische boringen onder straten, pleinen en publieke open ruimtes. De uitvoering hiervan is echter niet alledaags en roept bij de professionals nog heel wat vragen op, zowel juridisch als technisch.
Be.SHARE wil met de geothermische boringen onder het Maximiliaanpark onderzoeken hoe zij kunnen worden uitgevoerd tijdens de complexe werf van de heraanleg van het park door de Stad Brussel en tegelijk met de Stad, die eigenaar is van de ondergrond, een innovatief juridisch kader uitwerken dat de uitvoering en de toekomstige exploitatie van deze boringen regelt.
De proefboringen en de thermische responstest die van vandaag tot 4 januari plaatsvinden laten toe om te bepalen hoeveel boringen op precies welke plek in het park kunnen worden geplaatst.
Project in Europese en Brusselse context
Be.SHARE is één van de twintig Europese laureaten binnen de derde projectoproep van het European Urban Initiative (EUI) gewijd aan energietransitie en stedelijke innovatie. Dit programma voorziet in een ruime cofinanciering van 80% van de projectkosten, tot een maximum van 5 miljoen euro. Een groot voordeel van dit Europese programma is de stimulatie van de overdracht van kennis naar andere Europese steden. Zo heeft het project ook als doel de in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest opgedane expertise en ontwikkelde innovaties te delen met onder meer drie Europese steden: Manresa (Spanje), Leeuwarden (Nederland) en Jablonec nad Nisou (Tsjechië).
Op deze manier wordt de impact op de reductie van CO₂-uitstoot zowel in Brussel als daarbuiten aanzienlijk vergroot. Daarnaast kunnen andere actoren profiteren van de best practices die op het vlak van bestuur en burgerparticipatie zullen worden toegepast.
Gezoneerde Visie in Brussel
Be.SHARE past in de Gezoneerde Visie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, in opmaak in het kader van het Brusselse Lucht-, Klimaat- en Energieplan (LKEP). Deze visie vertrekt van een eenvoudige maar strategische logica: de energietransitie moet zone per zone en wijk per wijk worden aangepakt, op basis van het specifieke potentieel van elke zone. Zo bepaalt de Gezoneerde Visie welke technologie in een wijk het meest geschikt is om fossiele energie te vervangen : geothermie, riothermie, een warmtenet op lage of hoge temperatuur op basis van restwarmte, biomassa, biogas, aquathermie …
Partners van het project
Dit project wordt gedragen door Leefmilieu Brussel namens het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, in samenwerking met de intercommunales VIVAQUA en Sibelga, de onderneming Karno, de Vrije Universiteit Brussel (VUB) en de vzw Samenleven.
Het project wordt bovendien ontwikkeld in nauwe samenwerking met enkele andere actoren. Stad Brussel en Brussel Mobiliteit stellen een stukje van de publieke ruimte (het Maximiliaanpark en de Bolivarlaan) ter beschikking voor de realisatie van de geothermische boringen en trekken zo mee de innovatie op gang wat betreft de innovatieve juridische afspraken die daarvoor nodig zijn. De Lakense Haard, Befimmo en Whitewood hebben allen hun intentie verklaard tot de aansluiting van hun gebouwen op het warmte- en koudenet, een essentiële stap richting de realisatie van dit project.
.png)

Leefmilieu Brussel – Brussels Hoofdstedelijk Gewest is de Brusselse administratie voor Leefmilieu en Energie en is de verantwoordelijke partner van het project. Dat betekent dat deze administratie het hele Be.SHARE-project draagt en coördineert, en meer bepaald instaat voor de voorbereiding, coördinatie, communicatie en kapitalisatie, alsook voor de overdracht naar de drie Europese steden die voor het project zijn geselecteerd.
.png)
Stad Brussel — Dankzij dit warmte- en koudenet zullen in de toekomst tal van woningen en kantoren rond het Maximiliaanpark op een duurzame manier worden verwarmd en gekoeld. Dit vormt een eerste belangrijke mijlpaal in de duurzaamheidsdoelstellingen van de Stad en het Gewest. De samenwerking tussen verschillende beleidsniveaus en instanties, de steun van Europa en de uitvoering door Karno tonen aan wat mogelijk is wanneer we samen werken aan dezelfde duurzame toekomst. Het Maximiliaanpark wordt zo een symbool van de transitie naar een koolstofneutrale stad en een betere leefomgeving voor elke Brusselaar.
.png)
.png)
Karno is een privébedrijf dat koolstofarme thermische netwerken ontwikkelt en exploiteert en de energietransitie in België ondersteunt. Karno is meer bepaald verantwoordelijk voor de aanleg van het warmte- en koelnetwerk en de verdere ontwikkeling van lokale bronnen van riothermische en geothermische energie.
.png)
Vandaag energie verzekeren, morgen klaarstaan: in Brussel zet Sibelga zich in voor betrouwbare en flexibele netten en voor koolstofarme oplossingen zoals warmtenetten, essentieel voor een duurzame stad.
.png)
VIVAQUA is de Brusselse openbare wateroperator actief op het vlak van de productie en distributie van drinkwater, het beheer van de rioolnetten en de strijd tegen de overstromingen omvatten. Binnen Be.SHARE zal VIVAQUA de voeding van het lage-temperatuurwarmtenet via het proces van riothermie bestuderen en verzekeren.

De Vrije Universiteit Brussel is een Brusselse universiteit die actief bijdraagt aan een duurzame toekomst en aan een schone, eerlijke en vlotte energietransitie. Ze voert onderzoek uit naar innovatieve thermo-fluïdasystemen voor energie-toepassingen, waaronder warmte- en koudenetwerken. In dit project staat de VUB in voor de wetenschappelijke monitoring en evaluatie.

Convivence-Samenleven is een Brusselse vzw die zich inzet voor het bevorderen van toegang tot degelijke en duurzame huisvesting voor bewoners, of ze nu huurder of eigenaar zijn. Ze baseert zich op een gestructureerde begeleidingsmethodologie voor het gebruik van energiezuinige gebouwen om het verbruik en het comfort van de bewoners te optimaliseren. Op basis van deze expertise, die is ontwikkeld binnen het Réseau Habitat (waarvan de vzw lid is) en die erkend is op gewestelijk niveau, heeft Convivence-Samenleven zich aangesloten bij het Be.SHARE-project. De vzw zorgt voor de begeleiding van de bewoners en helpt hen bij het veranderen van hun verbruik. Ze is betrokken bij het onderdeel Energietransitie gericht op de gebruikersgemeenschap.
.png)
De Europese steden Manresa (Spanje), Leeuwarden (Nederland) en Jablonec Nad Nisou (Tsjechië) zijn de overdrachtspartners van alle expertise die via het Be.SHARE-project zal worden verworven.
Bijlagen




TRT:
De term TRT staat voor Thermische Respons Test. Deze test zal naar verwachting tot 4 januari duren. Het boren en plaatsen van de sondes om deze test mogelijk te maken, vindt plaats van 8 tot 12 december. Het betreft een technische test die wordt uitgevoerd om het vermogen van de ondergrond om warmte te geleiden en op te slaan te meten. Concreet:
• wordt er tijdelijk warmte in de grond geïnjecteerd via een glasvezelkabel die in de geothermische sonde is geplaatst;
• vervolgens wordt de temperatuurontwikkeling in de kabel in functie van de tijd gemeten;
• aan de hand van deze gegevens kan worden berekend hoeveel energie (warmte of koude) de grond met het systeem kan uitwisselen.
De resultaten van een TRT zijn essentieel om te bepalen hoeveel sondes er nodig zijn en waar ze precies moeten worden geplaatst.
Bij deze test wordt rekening gehouden met verschillende aspecten die verband houden met het park:
• Er wordt niet geboord op plaatsen waar recreatieve of sportieve activiteiten in het park plaatsvinden.
• De geplande onderzoeksgebieden hebben geen invloed op de activiteiten van het toekomstige Maximiliaanpark en de boerderij.
• Er wordt vermeden dat bouwmachines onder de bomen rijden en er wordt niet geboord onder de kruinen van de bomen, en dit binnen een straal van twee meter.
Warmtenet:
Het principe van een warmtenet is om de warmte of koude die beschikbaar is in de ondergrond of de riolering terug te winnen om woningen, kantoren en andere gebouwen te verwarmen of te koelen. Het is een systeem dat werkt als een centrale verwarming, maar dan op schaal van een hele stad of wijk.
Concreet betekent dit dat een centrale verwarmingsinstallatie of warmte-/koudebronnen water verwarmen of koelen, dat vervolgens via een netwerk van geïsoleerde ondergrondse leidingen naar elk gebouw wordt getransporteerd. De gebruikte energie is voornamelijk afkomstig van lokale bronnen:
• warmte/koude in de bodem (geothermie)
• restwarmte/restkoude uit rioolwater (riothermie)
• zonne-energie
• teruggewonnen warmte uit industriële processen, kantoren, afvalverbranding enz.
Waaruit bestaat een warmtenet?
• lokale bronnen van thermische energie: warmte of koude
• een netwerk van goed geïsoleerde leidingen die onder het straatniveau zijn begraven: dit netwerk brengt warm water voor verwarming (of stoom) naar elke woning.
• een warmtewisselaar aan de ingang van het netwerk in elke woning. Deze vangt de warmte van het netwerk op en brengt deze over naar het interne netwerk van de woning (radiatoren en systeem voor de productie van sanitair warm water voor baden, douches ...).
• een aanvullend systeem (zonne-energie, warmtepomp, boiler...) in elke woning om individueel sanitair warm water te produceren wanneer het warmtenet in de zomer buiten gebruik is

Geothermie:
Geothermie is de techniek waarvoor de proefboringen momenteel worden uitgevoerd. Het betekent letterlijk ‘aardwarmte’. De term verwijst naar technieken die gebruikmaken van warmte uit de ondergrond. Bij geothermie wordt doorgaans diep in de aarde geboord om warmte te winnen, die bovengronds kan worden gebruikt voor de verwarming van gebouwen (of voor de productie van elektriciteit).
In het kader van het Be.SHARE, zal er gebruikgemaakt worden van ondiepe geothermie. Hierbij wordt warmte gewonnen uit de bovenste lagen van de ondergrond op 120 meter diepte. Deze techniek maakt het mogelijk om gebouwen op een energie-efficiënte en milieuvriendelijke manier te verwarmen én te koelen, en vormt een belangrijk onderdeel van de Brusselse strategie voor de overgang naar hernieuwbare energie.
Riothermie:
Be.SHARE zal ook gebruikmaken van riothermie. Dat is een vorm van hernieuwbare energie waarbij de restwarmte uit rioolwater (afkomstig van onder meer douches, wasmachines en vaatwassers) wordt hergebruikt om gebouwen te verwarmen. In het rioleringsstelsel wordt een warmtewisselaar geplaatst waarover het afvalwater stroomt en waardoor het zijn warmte afgeeft. Een vloeistof in de warmtewisselaar transporteert die warmte vervolgens naar een warmtepomp in het gebouw, die de temperatuur vervolgens op het gewenste niveau brengt voor de verwarming van de ruimtes. Daarnaast kan riothermie ook worden ingezet voor koeling: in dat geval onttrekt de warmtepomp warmte aan het gebouw en voert die af naar de riool.
Voor meer informatie kunt u ook terecht op de webpagina van het project: https://leefmilieu.brussels/Be.SHARE
Perscontacten:
Lynn Tobback
Alexandre Azer-Nessim
Ansah Naomi
Serena Galeone
Mathias Langre
Kim Steyvoort
Sandrine Couturier
