De luchtkwaliteit in Brussel blijft verbeteren
De huidige Europese normen worden nageleefd, op naar de aanbevelingen van de WGO
PERSBERICHT, 2 september 2025
De luchtkwaliteit in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gaat al zo’n tien jaar gestaag vooruit. In 2024 werden de geldende Europese normen in alle referentiemeetstations in de hoofdstad gehaald, net als een groot deel van de normen die tegen 2030 bereikt moeten worden. Dit zijn de bevindingen van het jongste Jaarverslag over de luchtkwaliteit van Leefmilieu Brussel 1 enkele dagen voor de International Day of Clean Air for Blue Skies. De lage-emissiezone, de versnelde transitie van diesel naar andere motoren, de modal shift en technologische ontwikkelingen verklaren deze positieve trend. Hoewel de verplichte normen worden nageleefd in de officiële meetstations van het Gewest, worden ze niet allemaal nageleefd op het secundaire net. Er zijn ook nog grote inspanningen nodig om de door de WGO (Wereldgezondheidsorganisatie) aanbevolen waarden te bereiken en zo de gezondheid van de Brusselaars te beschermen.
Luchtvervuiling heeft immers schadelijke gevolgen voor de gezondheid. De blootstelling aan vervuilende stoffen, vooral fijnstof (PM) en stikstofdioxide (NO2), is verantwoordelijk voor vroegtijdige sterfte, hart- en vaatziekten en aandoeningen aan de luchtwegen. Volgens de recentste cijfers van het Europees Milieuagentschap heeft blootstelling aan PM2.5 in 2022 in België geleid tot 4.150 vroegtijdige sterfgevallen, en de blootstelling aan NO₂ tot 1.230 vroegtijdige overlijdens².
Verontreinigende stof per verontreinigende stof
Een van de grootste uitdagingen betreft stikstofdioxide en fijnstof. Hoewel in 2024 de huidige Europese normen voor NO₂ werden nageleefd in de 13 officiële meetstations, worden de normen voor 2030 nog niet gehaald in de stations die sterk tot zeer sterk worden beïnvloed door het wegverkeer. De hoogste concentraties werden gemeten aan de stations Regent, Kunst-Wet en de Charles Buls-school, die zich allemaal aan de Kleine Ring bevinden. Ook op het secundaire meetnet worden overschrijdingen vastgesteld en op dit moment worden de aanbevolen waarden van de WGO nog niet bereikt.
Voor fijnstof (PM10 en PM2.5) worden zowel de huidige Europese normen als de toekomstige normen van 2030 nageleefd. Geen van de WGO-aanbevelingen wordt echter gehaald, met uitzondering van de dagelijkse waarde voor PM10. De jaarwaarde voor PM10 wordt slechts marginaal overschreden in het station van Sint-Jans-Molenbeek.
Voor ozon worden de huidige en toekomstige streefwaarden van de Europese richtlijn gehaald, in tegenstelling tot de door de WGO aanbevolen waarden. Globaal gezien nemen de ozonpieken in Europa af, terwijl de achtergrondconcentraties stabiel blijven of toenemen.
Wat zwaveldioxide en koolmonoxide betreft, worden zowel de Europese normen als de WGO-waarden nageleefd. Deze verontreinigende stoffen worden niet langer als problematisch beschouwd. Tot slot zijn de concentraties black carbon (BC) de afgelopen jaren sterk gedaald.
Conclusie: het naleven van de toekomstige Europese normen en de door de WGO aanbevolen waarden vereist dat de inspanningen worden voortgezet. De emissies, vooral in de transportsector, moeten worden verminderd op lokaal niveau, maar ook drastisch op Europees en zelfs hemisferisch niveau.
1 Het Jaarverslag over de luchtkwaliteit presenteert de metingen van luchtverontreinigende stoffen die in 2024 werden uitgevoerd door de 11 meetstations van het telemetrisch netwerk van Leefmilieu Brussel, plus 2 stations van het Europees Parlement.
2 Deze cijfers kunnen niet worden opgeteld, omdat sommige vroegtijdige sterfgevallen worden veroorzaakt door blootstelling aan meerdere verontreinigende stoffen.
Perscontacten:
Pascale Hourman